Op 7 mei 2015 is de zogenoemde SOS-app gelanceerd. De app is een burgerinitiatief van de non-profit organisatie Landelijke SOS Alarm Hulpdienst. Het ministerie van Veiligheid en justitie, verantwoordelijk voor de bereikbaarheid van de hulpdiensten, is niet betrokken bij de ontwikkeling van de app.

De officiële hulpdiensten kunnen alleen worden gealarmeerd door te bellen met het alarmnummer 112. Er komt vervolgens spraakcontact tussen de 112-centrale en de melder tot stand. Er kan dan worden doorgevraagd en in voorkomende gevallen kunnen direct instructies worden gegeven aan de melder van de noodsituatie. Het gebruik van deze en andere app’s komt daarmee niet in de plaats van het bellen met het alarmnummer 112. De overheid kan voor het gebruik van deze app niet in staan.

Via de applicatie kunnen mensen vrijwillige hulpverleners waarschuwen die zich aangemeld hebben voor Het Nationale Register van Nederlanders met Hulpvaardigheden. Daarnaast is het mogelijk om via de app 112 te bellen. De informatie die de app genereert, wordt niet automatisch doorgestuurd naar de meldkamer van 112.

Hoe werkt het volgens SOS Alarm.
In Nederland kunnen hulpverleners zoals EHBO’ers, BHV’ers, brandweer, defensie en politie zich inschrijven bij Het Nationale Register van Nederlanders met Hulpvaardigheden via helplevensredden.nl. Zij worden via de Nationale SOS ALARM App op persoonlijke titel gealarmeerd en geïnformeerd als ze in de buurt zijn van een noodsituatie. Zij kunnen dan aangeven of ze in de gelegenheid zijn om te helpen. Momenteel zijn er volgens SOS Alarm er meer dan 32.000 geregistreerde hulpverleners.

Bron: Ministerie van Veiligheid en Justitie

De Nederlandse politie mag de smartphone van een verdachte na inbeslagname niet meer zomaar doorzoeken. Dat is in strijd met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden op 22 april geoordeeld, maar de uitspraak is pas woensdag naar buiten gebracht.

De politie mag volgens de Nederlandse wet een smartphone doorzoeken op basis van de algemene bevoegdheid voor inbeslagname. Deze bevoegdheid is heel breed en geldt voor allerlei objecten die een verdachte bij zich heeft.

De smartphone is volgens het Hof echter een speciaal privéobject dat niet zomaar mag worden doorzocht: "De technische ontwikkelingen anno 2015 brengen met zich dat er via een smartphone niet alleen toegang wordt verkregen tot verkeersgegevens, maar ook tot de inhoud van communicatie en privé-informatie".

Burgers en bedrijven mogen straks camerabeelden publiceren van een diefstal, inbraak of vernieling. De verwachting is dat door de inzet van deze ‘extra ogen en oren’ de pakkans toeneemt. Nu is het particulieren en ondernemers wettelijk nog niet toegestaan om camerabeelden van verdachten te publiceren.

Een en ander staat in een wetsvoorstel van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat vandaag naar verschillende adviesinstanties is gestuurd. De verspreiding van camerabeelden is dan niet langer in alle gevallen een zaak van politie en openbaar ministerie.

Met deze maatregel komt de bewindspersoon tegemoet aan een wens van de meerderheid in de Tweede Kamer. Het nieuwe wetsvoorstel is een herziene versie van het wetsvoorstel waarover de Raad van State in 2012 advies uitbracht. Daarnaast voorziet het in een maatschappelijke behoefte. Uit onderzoek blijkt dat 71 procent van de Nederlanders voorstander is van het uit de anonimiteit halen van criminelen met behulp van digitale middelen. Ook vanuit het bedrijfsleven is verzocht om verruiming van de mogelijkheden voor gebruik van camerabeelden.